Drijvend surfeiland
1e-jaars ontwerpopdracht Maritieme Techniek

Van boven gezien is het surfeiland een gelijkzijdige driehoek, met zijden van 48 meter. Eén punt wijst naar het westen. De noordwest zijde en de zuidwest zijde lopen schuin af onder een hoek van 15 graden, tot 1 meter onder de waterlijn. Op deze wijze is het mogelijk om als surfer bij elke windrichting te vertrekken en aan te komen.

Het eiland wordt gebouwd op een drijvende betonnen bak. Boven op de betonnen bak komt een stalen constructie, hiermee wordt het eiland zwaar - dat is gunstig voor het gedrag in de golven. Bovendien is de bak verankerd met twee lijnen per punt die naar betonblokken op de bodem van de zee gaan. De bak moet men zich voorstellen als een hol prisma, waar water in en uit gepompt kan worden, dit om het platvorm op de gewenste diepte te kunnen brengen. Het stalen frame - de opbouw - kan voor het comfort met rubberen matten bekleed worden.

In de 1 week durende projectweek zijn voldoende zaken overgebleven die nog onderzocht moeten worden, zoals:

  • kwaliteit van de materialen - zijn deze voldoende zeewaterbestendig? 
  • energievoorziening - voorlopig is nog externe energie nodig - kan het eiland geheel zelfvoorzienend worden?
  • gedrag in de golven voor de kust van Nederland van het platvorm - is het stabiel genoeg voor een prettig verblijf?
Het eiland geeft voor het uitoefenen van de surfsport (wind- of kite-surfen) voldoende comfort met aandachtspunten zoals een extra windscherm voor het optuigen, een doorlopende constructie onderwater voor het op- en afstappen en tenslotte de opbergvoorzieningen.

 

Juni 2001, TU Delft,
Faculteit OCP,
sectie Maritieme Techniek

Wouter de Boer
Bas Isselmann
Jilles van de Peppel
Myrte van der Ree
Christiaan Weeda

e-mail Maritiem1@ecoboot.nl