Het is nu weer eens wonen op het land, dan weer eens wonen op het water. Amfibische woningen kunnen meebewegen met wisselend waterpeil. Reeds ontwikkelde waterwoningen kunnen dat ook, maar hebben waterwegen nodig om de bestemming te bereiken. En dan is er nog het idee van de  Ecoboot: wonen op zee. Een tocht door de wondere wereld van wonen op water. Wonen tussen droog en nat

Meebewegen met een wisselend waterpeil

door René Didde

Allerminst overwonnen is het water in Nederland. Een eeuwige vijand is het. Van St.-Elisabeth-vloed tot Zeelandramp bleek elke verdedigingslinie feilbaar en ook van de dag wakkert het water nieuwe apocalyptische angsten aan. Warmer en natter wordt het in Nederland. De bodem daalt en huizen zakken weg in de drassigheid. Toch groeit langzamerhand het inzicht om water niet als vijand te beschouwen. Geen harde verdediging meer, maar zachte defensie: geef het water de ruimte. Rivieren en beken woeden voorzien van zijkanalen en dode armen. Het Hansje Brinkerstijdperk lijkt te einde. De nieuwe aanpak biedt nieuwe perspectieven want natuur en recreatie kunne tot op zekere hoogte meeprofiteren, terwijl projectontwikkelaars ontdekken dat mensen beried zijn meer te betalen voor woningen in de buur van 'nieuw'  water. De provincie Zuid-Holland onderzocht reeds in  hoeverre met het nieuwe water is te leven. De provincie schreef vorig jaar de prijsvraag 'amfibisch wonen' uit. " het idee ontstond echter al twee jaar eerder", vertelt geestelijk vader Hans Venhuizen van het gelijknamig bureau in Rotterdam. "Amfibisch wonen gaat ervan uit dat we ons niet louter moeten verdedigen tegen het water, maar het wonen juist moeten aanpassen aan de wisselende natte omstandigheden. Een veilige en stabiele woonomgeving is een idee dat op zijn retour is. Amfibisch wonen kan antwoorden bieden, niet zozeer als één afgerond, technisch eindproduct, maar meer als een denkrichting", zegt Venhuizen.

wetland-woningen
Venhuizen vindt het jammer dat in nieuwe waterrijke bouw- programma's als IJburg en de Blauwe Stad -het spectaculaire

Wonen op Zee moet golven dempen. "De dobbers, die ook energie uit de golven terugwinnen, bevatten lichtjes, waardoor ze een baken vormen voor voorbijgaand scheepvaartverkeer." Schoute wil uiteindelijk tal van dergelijke dobberende dorpen bouwen. De zeestadbewoners houden via bootjes contact met het vaste land." Bottleneck voor het welslagen is het bewerkstelligen van voldoende verankering en stabiliteit. "Je moet er niet aan denken dat zo'n zeestad in een najaarsstorm op drift slaat", beaamt Schoute. "Dat moeten we oplossen."
Met goede vrienden mag hij graag een uurtje brainstormen. Zo bedacht prof. dr. Frits Schoute, emeritus hoogleraar informatietechnologie aan de TU Delft al een een vliegend tapijt dat energie uit de lucht zou moeten benutten. "Gebaseerd op een wat stabieler oppervlak", zegt Schoute nu," is het concept van de woningen op zee." 'Ecoboot' doopte hij het idee. Kernpunt is een omgekeerd driehoekig ponton, waarin de lucht onder het platform en tussen de wanden voor stabiliteit moet zorgen. Met afmetingen van 10 tot 100 meter, is de zaak op drie punten verbonden met stabilisatie kolommen. "Die gaan druk- verschillen als gevolg van de deining tegen. Deze golf- slagenergie word benut om van zout zeewater zoet water te maken", vertelt Schoute. Op zee ontbreekt uiteraard een windmolen niet. Een ingenieus samengestelde deken van dobbers rondom het platform
plan om polders in Noordoost Groningen onder water te zetten- te veel wordt gestreefd naar een natte  Vinex-opzet. Venhuizen: "Dat wil zeggen, een grootschalige opzet en veel traditionele infrastructuur. Water is in die projecten vooral decor in plaats van een uitgelezen mogelijkheid om met de kwaliteit van water nieuw landschap te creëren."
Kennelijk prikkelde het concept van het amfibisch wonen planologen, architecten en kunstenaars, want Venhuizen ontving 165 inzendingen uit 25 landen.Op drie locaties in Zuid-Holland - Gouda, Barendrecht en Rotterdam- IJselmonde - is een aantal ideeën uitgewerkt in een plan, bijvoorbeeld de wetland-woning in de Zuidpolder, tussen Barendrecht en de Oude Maas.
"Door een amfibische zone te scheppen wordt het drassige karakter van het gebied niet bestreden maar juist als uitgangspunt genomen", aldus Venhuizen. Volgens het ontwerp kan het waterpeil in sommige delen van de polder een meter hoger komen te staan. Nieuwe natuur, recreatie en landbouw krijgen een kans, maar het meest in het oog springt de wetland-woning die op een ponton in de dieper gedeelten ligt en de amfibische woning die zich op de overgangszone tussen land en water bevindt.
Verharde infrastructuur ontbreekt in het plan. Bij hoogwater nemen de bewoners een bootje, bij droogte kunnen ze hun woning lopend op per fiets bereiken.  "Het zijn tamelijk zelfvoorzienende woningen", legt Venhuizen uit. "Op energie- gebied en waterzuivering zijn de 
woningen autarkisch. Ze zullen daarom vooral mensen trekken die niet per se met hun auto voor de deur willen komen, zich verbonden voelen met natuur en landschap en daarvoor een zeker avaontuur niet schuwen. Eerder geschkt voor een thuiswerker danvoor een forens."

Watertuinen
Te Barendrecht vindt dijkgraaf Tammo Beishuizen van waterschap IJselmonde dat het plan voor amfibisch wonen niet onrealistisch is. Hij benadrukt vooral de dubbelslag met de extra bergingscapaciteit. "Alle bassins buiten de dijken in dit sterk verstedelijkte gebied met een nog altijd groeiend verhard oppervlak juich ik toe", zegt Beishuizen. De combinatie met wonen is volgens hem niet uitgesloten. "Mits rioleringen niet knappen of leidingen 


Nederlandse waterwoning naar Canadees ontwerp.
breken moet het mogelijk zijn woningen met het waterpeil te laten meebewegen. En vanzelfsprekend moeten de woningen niet bij een harde westenwind wegdobberen." De dijkgraaf denkt dat ook gemeenschappelijke watertuinen kunnen ontstaan: "In plaats vaneen individueel tuintje met een Gammahekje zou je het gebied zo kunnen inrichten dat er een grote gezamenlijke tuin ontstaat die soms eens onderloopt." Op het Barendrechtse gemeente- huis is de eerste 75 hectare van de polder voor behouden aan groen en recreatie. "Voor de tweede
fase is alles nog open", vertelt Annemarie Weersink, projectleider van het ontwikkelingsbedrijf van de gemeente. " Veel woningen zullen er niet worden gebouwd, maar we sluiten niets uit. Er is wellicht plaats voor amfibische woning of voor luxe woningen aan het water." In ieder geval is de prijsvraag voor het amfibisch wonen geen eenmalige exercitie gebleken. De gemeente is de nieuwe woonvorm nog niet vergeten. "We spelen zelf met de gedachte om in de polder amfibisch kamperen te initiëren: een hutje op een vlotje en dan elke avond ergens  anders overnachten", aldus Weersink.

Op sleeptouw
Minder amfibisch, maar meer op het water toegespitst is de water woning die het Amsterdamse architectenbureau Art Zaaijer ontwikkelde met woningbouwvereniging Het Oosten en Ooms Bouw- maatschappij. De waterwoningen

zijn een stuk concreter dan de amfibische woonconcepten. In IJburg, het groet Vinex- eilandenrijk nabij Amsterdam, liggen momenteel zes van Zaaijers strakblauwe waterwoningen. Ze doen de komende vijf jaar dienst als kantoor- en spreekuurruimte voor vier consortia van projectontwikkelaars die daar potentiële kopers van woningen in IJburg te woord staan. "Daardoor zijnd woningen nu met wandjes opgedeeld in kleine ruimten, maar in een handomdraai functioneren ze als volwaardige woningen", zegt Art Zaaijer enthousiast.
De waterwoningen, in hout- skeletbouw tot wel driehoog opgetrokken, kunnen naderhand een woonfunctie op IJburg krijgen. Evengoed kunnen ze worden weggesleept naar elders. "Lig je aan een dijk, dan ga je op de eerste verdieping wonen om optimaal van het uitzicht te genieten. Wordt de woonbestemming riet, dan
situeer je de woonkamer op de begane grond", adviseert Zaaijer. Afgemeerd en verankerd aan drie meerpolen kan optimale bezonning worden uitgekozen, of, om inkijk te vermijden, met de rug naar de buurman worden gedraaid. "De woningen liggen stil en strak op hun plaats, al voel je wel een lichte deining", zegt Zaaijer. PV-panelen of warmtecollectoren kunnen gemakkelijk worden aangebracht. Op dit moment worden de waterwoningen elektrisch verwarmd met groene stroom. Het grote verschil met een woonboot is de zeergeringe diepgang. "Maximaal een meter, kom daar maar eens om in een donkere, lekkende, tochtige buik van een ark", zegt Zaaijer."  De waterwoning daarentegen rust op een onzinkbaar platform, dat gedurende twintig jaar in Canada is ontwikkeld. In dun beton gegoten piepschuim


Waterwoningen van Zaaijer voor het bezoekerscentrum IJburg

zorgt voor drijfvermogen. De aluminium- gevel is onderhoudsvrij."
Zaaiers waterwoningen kunnen desgewenst droogvallen, maar echt amfibisch zijn ze niet. "Ze kunnen wel uit de voeten met wissend waterpeil, maar het probleem is dat ze kant-en-klaar in de werf worden gebouwd en daarna naar de bestemming worden gesleept. Ondanks de geringe diepgang vergen ze wel waterwegen van formaat."

Lichte stedenbouw
Bij het Nationaal Dubo Centrum is directeur Hans Heemrood -


jurylid voor de prijsvraag van het amfibisch wonen - voorstander van amfibische woonvormen en waterwoningen. "Het wordt tijd om de interessante concepten in grootschaliger voorbeeld- experimenten uit te werken. Het geeft geen pas meer om een ondergrond die nog het meeste weg heeft van dikke yoghurt met traditionele civiele technieken bouwrijp te maken. Een dikke laag zand op het veen brengen en vervolgens het waterpiel verlagen verstoort de waterhuishouding en tast het landschap aan. Bovendien zakt de boel toch weg."
Lichtere vormen van stedenbouw bieden niet alleen in het westen soelaas, maar zouden ook oplossing kunnen bieden voor de woningen die in de Zuid-Limburgse uiterwaarden zijn geprojecteerd. Deze plannen zijn nu nog omstreden omdat de rivieren meer ruimte vergen en stadjes als Borgharen nu al nauwelijks de voeten droog houden. Autarkisch hoeft het niet per se te zijn, gelooft Heemrood, "Technische zaken als riolering en energie- voorziening zijn op te lossen. Dat is een leuke uitdaging
De drijvende stad

Volgens Chris Zevenbergen, directeur Milieu van Dura Vermeer wacht ons land de uitdaging om de sterk toenemende waterproblematiek te integreren in een verantwoorde ruimtelijke ordening. Het bouw- en infraconcern staat daarbij een integrale gebiedsontwikkeling voor ogen met evenveel

aandacht voor rood, groen en blauw. Genzen tussen woongebieden, natuur, bedrijfsterreinen, infrastructuur en water moet vervagen, vindt Zevenbergen. Dat betekent dat in Maastricht een ander type woning moet verschijnen dan in het Westland. Zevenbergen voorziet permanent drijvende woningen en infrastructuur - "technisch geen probleem" -  en vastgoed dat door een palenstructuur weerstand kan bieden aan wisselende waterstanden. In Maasbommel bouwt Dura Vermeer enkele tientallen woningen die op een betonnen ponton vier meter fluctuatie in de waterstand het hoofd kunnen bieden. In het Westland onderzoekt Zevenbergen de haalbaarheid van een pilot-project voor drijvende kassen

voor de civiele sector. Per slot van rekening werken we ook met kilometers lange zandzuigers."
Belangrijker is het volgens Heemrood dat de amfibische en waterwoonvormen afrekenen met het slechte imago van de woonboot. " Bij bewoners is het een favoriete woonvorm, maar gemeentelijke en
provinciale bestuurders hanteren een sterfhuisconstructie voor woonarken." Behalve civieltechnische problemen en de

 kwestie van het imago, rijzen er nog juridisch-fiscale vraagstukken op het gebied van vastgoed, hypotheek, grondbezit en erfpacht. Want van wie is het  water?
Toch lijkt het een charmant idee.
"Het mooie is", zegt Art Zaaijer, "dat je gemakkelijker kunt verhuizen door voor je woning elders een ligplaats te versieren. Handig als je uitgekeken bent op een plek of op je buurman, maar niet op je huis." Heemrood meent zelfs dat het concept de

mogelijkheid biedt om bij verandering van baan dichter bij het werk te gaan wonen. "De kritiek op Vinex is dat er te veel voor eenzelfde groep mensen is gebouwd. Laten we met amfibisch wonen of waterwonen eens een keer iets flexibels ontwikkelen voor mensen die dichter bij de natuur willen staan."

TIJD SCHRIFT VOOR DE LEEFOMGEVING 2001 * 3